Hoe is dat eigenlijk als je altijd alleen maar bewustzijn bent en ook niets anders ziet dan dat?
Wel, dat is nu al precies jouw huidige situatie. Op dit moment kijkt bewustzijn naar bewustzijn. Wat je ook maar ziet, waar je ook maar naar kijkt – het is een verschijnsel in bewustzijn en het wordt opgemerkt door bewustzijn. Dat is wat je bent, dat is wat er is. En als je dat eenmaal ziet, dan zie je het ook altijd.
Het is net als kleuren zien; die zijn er altijd en overal, maar over het algemeen besteed je er niet veel aandacht meer aan – opmerken dat alles een kleur heeft is op een gegeven moment vanzelfsprekend geworden.
Als je ooit blind bent geweest en je ziet voor het eerst dat er overal kleuren zijn ben je natuurlijk verrukt. Maar dat slijt na verloop van tijd, al zullen er steeds momenten zijn dat het weer tot je doordringt en je opnieuw blijdschap en dankbaarheid kunt voelen.
Evenzeer is het mogelijk dat je went aan het voortdurend zien van bewustzijn als de aard van de dingen. Het wordt op een gegeven moment vanzelfsprekend, maar iedere keer dat je er weer even bij stilstaat gaat dat ook gepaard met die subtiele verrukking die er ook tijdens de grote ontdekking van het ontwaken was.
Verlicht leven is alsof je een open ruimte bent waarin steeds weer andere dingen verschijnen; soms interessant, soms angstaanjagend, soms heerlijk licht en vrolijk, soms saai en somber, altijd van voorbijgaande aard. Niets beklijft, behalve beschikbaarheid. En daarom kan er steeds weer iets nieuws verschijnen. Alles ziet er, ongeacht de andere kwaliteiten, fris en helder uit. Het is onmogelijk geworden je te vervelen.
Omdat je weet dat je open bewuste ruimte bent zie je ook steeds dat je op ieder moment de aandacht op een aantal verschillende mogelijkheden kunt richten.
Je kunt je richten op het Al, bewustzijn dat zich als de wereld manifesteert. Het schrijft en leest dit, en het is niets anders dan alles accepterende liefde en alles doordringend bewustzijn. Je bent het alom aanwezige en alles wat is is deel van wie je bent. Ontspan en het is er.
Je bent ook Leegte, het Niets, de afwezigheid van aanwezigheid en afwezigheid. Er is geen centrum, geen omtrek, geen begrenzing, geen gebeurtenis, geen beweging, geen ontwikkeling, geen oorzaak, geen tijd, geen ruimte. Het is geen ervaring en je kunt je aandacht er niet op richten. Het is beginloze duisternis.
Je kunt het vanzelfsprekende, triviale, oppervlakkige, gewone, alledaagse zien. Dat waar iedereen het wel zo’n beetje over eens is. “Het is frisjes vandaag”. “We moeten nog boodschappen doen”. “Ga jij die belastingaangifte nog in orde maken?”
Je kunt je verliezen in ervaringen, dingen doen, lekker bezig zijn, tijdelijk opgaan in het onder spirituele zoekers gevreesde “geïdentificeerd – zijn”.
Je kunt je richten op je gedachten of gevoelens. Je kunt je richten op wat inspirerend is. Je kunt ingevingen volgen. Je kunt je lichaam tijdelijk de hoofdrol geven en gaan dansen, vrijen, rennen of trainen. Lichaam, denken en voelen kunnen nog steeds soms om aandacht vragen.
Je kunt ook nog steeds het drama inschieten. Niet aantrekkelijk, maar oude gewoontes sterven moeizaam. Vooral als andere mensen gaan zeuren en niet meewerken met je plannen kan dit soms, door hen dus, uitgelokt worden. (Grapje!)
Drama is wel een stuk minder waarschijnlijk geworden. Het vereist zo’n sterk gevoel van self importance, zoveel identificatie met het zich ontvouwend verhaal, zoveel oordeel en veroordeling – dat zit er niet echt meer in.
De kans is groot dat je, als je voor de zelfrealisatie je sterk verbonden voelt met het wel en wee van je kinderen en geliefden, dit er ook nog is na zelfrealisatie. Geïdentificeerd zijn is niet de duivel die uitgedreven moet worden. Je zorgen maken, zenuwachtig zijn als er in hun leven iets moeilijks gebeurt, het zal er nog steeds zijn. Er is echt geen noodzaak tot een kunstmatig onthecht zijn. Gevoelens zijn natuurlijk.
Omgekeerd, als je toch al een “loner” was is niet te verwachten dat je ineens een reguliere feestganger zal worden.
Omdat het werkelijk kunnen geloven in gedachten gestopt is valt nu pas op hoezeer iedereen om je heen een hele batterij aan overtuigingen en ideeën heeft over een heel scala aan onderwerpen. Dat roept weer allerlei emoties op, vaak genoeg onprettig, en er ontstaat vervolgens een hele strijd om daar weer los van te komen.
Toch is het in beginsel niets anders dan een verzameling gedachten. Vooral het geloof dat die gedachten waar zijn – dat ze de realiteit weergeven – is fnuikend. Als je ze ziet voor wat ze zijn (gedachten en overtuigingen, mentale bewegingen, hersenspinsels) zien ze er ineens uit als dansende spoken in het maanlicht. Wakker zijn kan ook betekenen dat je alleen nog droomfiguren ziet. Mensen die denken dat ze echt zijn omdat ze gewoontes en overtuigingen hebben.
De zorgeloosheid die het gevolg is van niet langer kunnen geloven in optimisme noch nihilisme, succes noch falen is bevrijdend. Je definieert jezelf niet langer en de neiging om jezelf met anderen te vergelijken is net zo uitgestorven als de dodo.
Omdat je niet langer een interne dialoog met jezelf voert valt nu pas op hoe vaak bij anderen (daar zijn ze weer!) innerlijke stilte ontbreekt. Velen lijken druk, druk, druk bezig met zichzelf een verhaal te vertellen en andere mensen rollen toe te delen die passen in dat verhaal. Het grote verhaal dat het onverklaarbare verklaart.
Geluk lijkt in die wereld van schimmen die voortdurend hun gedachten geloven kort te duren en weer snel voorbij te gaan. Het is vooral afhankelijk van of iets lukt of verkregen wordt. Soms worden even door de wind meegenomen flarden van het lied van vreugde gehoord; men spitst de oren, maar het is al weer weg. Oh, als de dingen toch maar anders waren; dan zou geluk permanent kunnen zijn!
Maar jij bent niet op zoek naar de sleutel van geluk omdat het niet achter slot en grendel bleek te zitten. Waar je bent is het geluk. Omdat de interesse in iets worden, iets bereiken, iets voltooien of achter te laten verdwenen is kan er niet zo veel spanning meer ontstaan. Het is goed zo, en als het niet goed is is ook dat goed. De neiging om problemen te willen oplossen hoeft niet onderdrukt te worden, maar het komt gewoon zelden meer op. En ook gelukkig zijn is niet iets waar veel aandacht aan geschonken wordt; het is vanzelfsprekend.
Er zijn geen vragen meer over. Niet dat je overal een antwoord op hebt, maar het is overduidelijk dat niet-weten fundamenteel is. Wat je weet is lijkt op het licht van een lucifer in een grot; je ziet wel even wat, maar je weet ook dat er heel veel meer is dat je niet kunt zien. En het licht van een lucifer duurt ook maar een moment; die grot bestaat al vele duizenden jaren en jij bent daar maar kort.
Nieuwsgierigheid blijft, wordt zelfs sterker, omdat je meer als een kind kijkt. Willen weten en leren begrijpen blijft leuk. Het is allemaal zo verbazingwekkend gevarieerd dat je steeds weer opnieuw de verrukking van nieuwe ontdekkingen kunt voelen.
Het is zo verdraaid mooi allemaal, die gewone kleine dingen. Gewoon even stilzitten en kijken is genoeg om plezier te voelen. Woorden als leegte en bewustzijn kunnen misschien heel saai klinken, maar hun aard is vreugde en stil geluk. Ik weet ook niet waarom, maar het is nu eenmaal zo. En het is hier en nu, om eindeloos van te genieten.
Verlicht leven lijkt erg veel op alledaags leven. Er is niet veel voor nodig – niets eigenlijk. Helemaal niets zijn is voldoende. Als je kunt voelen dat het leven via jou zichzelf ervaart; dat het universum zichzelf kan zien omdat jij er bent, ontstaan dankbaarheid en verwondering als vanzelf.